Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
Bijlage
Artikel 4 van de Wet WIA
Artikel 47, eerste lid, van de Wet WIA
a. hij de wachttijd heeft doorlopen;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van het Uwv om appellante een IVA-uitkering toe te kennen. Appellante, die sinds 30 augustus 2017 ziek is, heeft in 2019 een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar het Uwv heeft haar aanvraag voor een IVA-uitkering afgewezen op de grond dat haar volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv voldoende medische onderbouwing heeft geleverd voor zijn standpunt. Appellante betwistte de duurzaamheid van haar beperkingen en voerde aan dat er sprake was van een onzorgvuldig medisch onderzoek. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht heeft geweigerd een IVA-uitkering toe te kennen, omdat de psychische klachten van appellante behandelbaar zijn en er geen reden is om aan de medische beoordeling van het Uwv te twijfelen. De uitspraak van de rechtbank Limburg werd bevestigd, en appellante kreeg geen proceskostenvergoeding.