ECLI:NL:CRVB:2023:2365

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
22/1417 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen gewijzigde beslissing op bezwaar door het Uwv met betrekking tot WIA-uitkering

In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de gewijzigde beslissing op bezwaar van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 30 mei 2023. De Centrale Raad van Beroep heeft op 13 december 2023 uitspraak gedaan. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen. Appellante had verzocht om schadevergoeding, proceskostenvergoeding en vergoeding van griffierecht. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv moet worden veroordeeld tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering en de proceskosten van appellante in het hoger beroep. De proceskosten zijn vastgesteld op € 2.092,50, en de reiskosten op € 27,14. Daarnaast moet het Uwv het griffierecht van € 136,- vergoeden. De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier, en is openbaar uitgesproken op 13 december 2023.

Uitspraak

Datum uitspraak: 13 december 2023
22/1417 WIA, 22/2446 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de tussenuitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 juli 2021, 20/5259 T (aangevallen tussenuitspraak) en de einduitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 maart 2022, 20/5259 (aangevallen einduitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. B.C.F. Kramer, advocaat, hoger beroep ingesteld en verzocht het Uwv te veroordelen tot vergoeding van schade.
Het Uwv heeft ter uitvoering van de aangevallen einduitspraak van de rechtbank op 23 mei 2022 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Met toepassing van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is deze beslissing in de lopende procedure betrokken.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 januari 2023. Namens appellante is verschenen mr. Kramer. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door A. Anandbahadoer.
De Raad heeft op 8 maart 2023 een tussenuitspraak gedaan, gepubliceerd onder ECLI:NL:CRVB:2023:440.
Het Uwv heeft op 30 mei 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Awb is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Op grond van artikel 8:88, aanhef en onder a, van de Awb is de bestuursrechter bevoegd op verzoek van een belanghebbende een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die de belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van een onrechtmatig besluit.
Het Uwv is bij de gewijzigde beslissing op bezwaar van 30 mei 2023 volledig aan de bezwaren van appellante tegemoetgekomen. Namens appellante is gelijktijdig met het bericht van intrekking verzocht om het Uwv te veroordelen tot vergoeding van proceskosten en griffierecht. In het formulier proceskosten is gevraagd om vergoeding van de proceskosten en griffierecht in beroep en hoger beroep en vergoeding van reiskosten in beroep en hoger beroep.
Schadevergoeding
Appellante heeft verzocht om het Uwv te veroordelen tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering. Dit verzoek wordt gehonoreerd. Voor de wijze waarop het Uwv de rente dient te berekenen wordt verwezen naar de uitspraak van 25 januari 2012, ECLI:NL:CRVB:BV:1958.
Proceskosten
Vastgesteld wordt dat voor vergoeding van de proceskosten in beroep geen aanleiding bestaat, omdat deze kosten, zoals het Uwv bij brief van 25 juli 2023 te kennen heeft gegeven, al door het Uwv zijn vergoed.
Wel ziet de Raad aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op
€ 2.092,50 in hoger beroep (1 punt voor het indienen van het hoger beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting en 1 punt voor het indienen van een schriftelijke zienswijze met wegingsfactor 0,5, en een waarde per punt van € 837,-). Verder komen de reiskosten die appellante heeft moeten maken voor het bijwonen van de zitting bij de Raad tot een bedrag van € 27,14 (openbaar vervoer 2e klas) voor vergoeding in aanmerking.
Ook dient het Uwv het door appellante in hoger beroep betaalde griffierecht te vergoeden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
- veroordeelt het Uwv tot vergoeding aan appellante van de schade zoals onder het kopje
schadevergoeding van deze uitspraak is vermeld;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 2.119,64;
- bepaalt dat het Uwv het door appellante in hoger beroep betaalde griffierecht van € 136,-,
vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 december 2023.
(getekend) S.B. Smit-Colenbrander
(getekend) M.D.F. de Moor