ECLI:NL:CRVB:2023:2352
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand in verband met niet-rechthebbende partner en afstemming van bijstandsnorm
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening en terugvordering van bijstand aan appellante, die een niet-rechthebbende partner heeft. Appellante ontving bijstand naar de norm voor een alleenstaande ouder, terwijl haar echtgenoot, die in Duitsland woont, inkomsten had die boven de bijstandsnorm voor een alleenstaande uitkwamen. De Raad beoordeelt of het dagelijks bestuur van Fijnder de bijstand had moeten afstemmen op de omstandigheden van appellante en haar partner. Appellante stelde dat de terugvordering onevenredig was, maar de Raad oordeelde dat zij niet aannemelijk had gemaakt dat haar partner niet kon bijdragen aan de kosten van levensonderhoud voor haar en hun vijf kinderen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard. De Raad concludeerde dat het dagelijks bestuur terecht geen aanleiding had gezien om de bijstand nader af te stemmen of van terugvordering af te zien. De herziening en terugvordering blijven daarom in stand, en appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten.