ECLI:NL:CRVB:2023:2181
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, vertegenwoordigd door mr. Y. van der Linden, heeft hoger beroep ingesteld tegen de besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) en heeft verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad heeft de zaak behandeld op verschillende zittingen en deskundigen benoemd om rapporten op te stellen. Uiteindelijk heeft het Uwv een nieuwe beslissing op bezwaar genomen, waardoor het hoger beroep is ingetrokken. De Raad heeft vervolgens de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 10.973,18, inclusief kosten voor rechtsbijstand en deskundigen. Daarnaast is de Staat veroordeeld tot schadevergoeding van € 3.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn, en tot vergoeding van de kosten van de appellant in verband met het verzoek om schadevergoeding. De uitspraak is gedaan op 15 november 2023 door H.G. Rottier, in aanwezigheid van griffier M.D.F. de Moor.