Uitspraak
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen. De appellant had op 1 april 2021 een aanvraag ingediend voor bijstand op grond van de Participatiewet (PW), maar deze werd afgewezen op 17 juni 2021. Het college concludeerde dat appellant onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat hij zijn hoofdverblijf had op het opgegeven adres. Tijdens een onderzoek door de gemeente Nijmegen werd vastgesteld dat appellant geen eigen voordeursleutel had, geen persoonlijke spullen op het opgegeven adres kon aantonen en dat zijn verklaringen niet overeenkwamen met de bevindingen van het huisbezoek. De rechtbank Gelderland had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep ging. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college terecht de aanvraag had afgewezen. De Raad benadrukte dat het niet de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan was om ambtshalve te onderzoeken of appellant als adresloze in aanmerking had kunnen komen voor bijstand, aangezien hij zelf had aangegeven op het opgegeven adres te wonen. De Raad wees ook het verzoek om schadevergoeding af en bevestigde dat appellant geen proceskostenvergoeding zou ontvangen.