Uitspraak
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het college in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.255,50;
- bepaalt dat van het college griffierecht wordt geheven ten bedrage van € 519,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een bestuurlijke boete die aan betrokkene was opgelegd wegens het niet voldoen aan de inlichtingenverplichting na beëindiging van de bijstandsverlening. Betrokkene ontving sinds 12 juni 2015 bijstand op basis van de Participatiewet (PW). Na een melding over haar activiteiten met een artiestenbureau, heeft de gemeente Almere een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand. Dit leidde tot de intrekking van de bijstand per 11 januari 2018 en een boete van € 1.190,- voor het niet verstrekken van informatie. De Raad oordeelde dat de opgelegde boete niet rechtsgeldig was, omdat de schending van de inlichtingenverplichting niet kon worden beboet op grond van artikel 18a van de PW. Dit zou in strijd zijn met het lex certa-beginsel, dat vereist dat verboden gedragingen duidelijk omschreven zijn. De Raad concludeerde dat de boete niet kon worden opgelegd voor een schending die plaatsvond na de beëindiging van de bijstandsverlening. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, maar op andere gronden dan oorspronkelijk overwogen.