ECLI:NL:CRVB:2023:1953
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstand en afwijzing van bijzondere bijstand voor waskosten in het kader van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van algemene bijstand aan appellante en de afwijzing van haar aanvraag voor bijzondere bijstand voor waskosten. Appellante had eerder bij het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland een aanvraag ingediend voor algemene bijstand, welke op 28 april 2020 werd afgewezen. Daarnaast had zij aanvragen gedaan voor bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering en mentorschap, die ook werden afgewezen. Na bezwaar en beroep heeft de rechtbank Rotterdam in een tussenuitspraak geoordeeld dat het college niet goed gemotiveerd had gehandeld en het college kreeg de kans om dit te herstellen. Het college heeft vervolgens een nieuw besluit genomen, waarbij het een deel van de aanvragen alsnog toekende, maar de aanvraag voor bijzondere bijstand voor waskosten over de periode van 12 november 2019 tot en met 30 november 2019 afwees. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het eerste besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het tweede besluit gegrond, maar liet een deel van het besluit in stand.
Appellante ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. De Raad heeft de zaak behandeld en beoordeeld of de hoogte van de toegekende algemene bijstand correct was en of de afwijzing van de bijzondere bijstand voor waskosten terecht was. De Raad concludeerde dat het college de voorlopige teruggave van de algemene heffingskorting terecht als inkomen had aangemerkt en dat de aanvraag voor bijzondere bijstand voor waskosten terecht was afgewezen, omdat de kosten al vóór de aanvraag waren voldaan. Ook oordeelde de Raad dat het college en de rechtbank terecht geen bezwaarkostenvergoeding hadden toegekend en geen proceskostenveroordeling hadden uitgesproken. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, wat betekent dat appellante geen bijzondere bijstand voor waskosten ontvangt en ook geen vergoeding voor proceskosten.