ECLI:NL:CRVB:2023:1928
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering om de prestatiebeurs om te zetten in gift op basis van bijzondere omstandigheden
In deze uitspraak bevestigt de Centrale Raad van Beroep dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de aanvraag van appellant om zijn prestatiebeurs om te zetten in een gift mocht weigeren. Appellant had aangevoerd dat hij niet binnen de diplomatermijn van tien jaar was afgestudeerd door (niet-medische) bijzondere omstandigheden. De Raad oordeelt dat niet aannemelijk is gemaakt dat appellant door deze omstandigheden niet in staat was om zijn diploma te behalen. De Minister had eerder geweigerd om de prestatiebeurs om te zetten in een gift, en deze beslissing werd door de rechtbank Noord-Holland bevestigd. Appellant had in hoger beroep opnieuw betoogd dat hij niet goed genoeg was begeleid tijdens zijn afstudeerperiode, maar de Raad oordeelt dat de weigering van de Hogeschool van Amsterdam om het verzoek van appellant te ondersteunen, een toereikende grondslag biedt voor de beslissing van de Minister. De Raad benadrukt dat de diplomatermijn van tien jaar in principe voldoende is om een diploma te behalen, en dat er alleen in uitzonderlijke gevallen rekening gehouden kan worden met bijzondere omstandigheden. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd.