ECLI:NL:CRVB:2023:1917
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake schikkingsvoorstel door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die op 21 oktober 2022 het beroep van appellant niet-ontvankelijk heeft verklaard. De zaak betreft een schikkingsvoorstel van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit uit 2016, waar appellant alsnog akkoord mee wilde gaan. De minister heeft echter in een brief van 8 februari 2022 laten weten dat het schikkingsvoorstel niet meer geldig is, wat appellant niet accepteert. Appellant heeft hierop beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft dit beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat appellant in hoger beroep heeft aangevochten.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op een zitting van 31 augustus 2023, waarbij appellant zelf aanwezig was en de minister vertegenwoordigd werd door mr. A. van der Bent. De Raad heeft overwogen dat een schikkingsvoorstel geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat de intrekking van een schikkingsvoorstel dat evenmin is. De Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het beroep van appellant niet-ontvankelijk is, omdat de correspondentie tussen appellant en de minister slechts informatief van aard was. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de verzoeken van appellant om proceskostenvergoeding en terugbetaling van griffierecht af.