Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
De rechtbank heeft het beroep tegen het besluit van 17 april 2015 ongegrond verklaard. De uitspraak van de rechtbank is bij uitspraak van 22 december 2017 door de Raad bevestigd [1] . Het geschil in hoger beroep zag op de vraag of binnen vijf jaar na de intrekking van de uitkering per 4 augustus 2005 de beperkingen van appellante waren toegenomen. Uit die uitspraak volgt dat bij de beoordeling de diagnoses Hepatitis C en fibromyalgie zijn meegewogen. In deze uitspraak heeft de Raad geoordeeld dat niet is gebleken dat de beperkingen van appellante in de periode van 4 augustus 2005 tot 4 augustus 2010 zijn toegenomen.
GGz Breburg van 10 oktober 2019, waarin is vermeld dat de ASS in combinatie met de langer bestaande lichamelijke klachten (veroorzaakt door Hepatitis C) voor een dubbele overprikkeling zorgen. Na onderzoek door een verzekeringsarts heeft het Uwv bij besluit van 2 maart 2020 geweigerd om terug te komen van het besluit van 7 juni 2005, omdat geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden. Bij het bestreden besluit heeft het Uwv besloten dat niet wordt teruggekomen op het besluit van 1 oktober 2014.
(te beoordelen periode). Over deze periode heeft het Uwv al eerder geoordeeld bij het besluit van 1 oktober 2014 en geweigerd aan appellante op grond van artikel 43a van de WAO een uitkering toe te kennen. Met het oordeel van de Raad van 22 december 2017, zie hiervoor onder 1.3, is deze besluitvorming in rechte komen vast te staan.