Uitspraak
16.2112 WIA
25 maart 2016, 15/4095 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellante tegen de intrekking van haar WGA-loonaanvullingsuitkering per 17 februari 2015. Appellante, die als productiemedewerkster werkte, had eerder een WIA-uitkering ontvangen, maar na een herbeoordeling door het Uwv werd vastgesteld dat zij geen recht meer had op de uitkering. Appellante was van mening dat het Uwv haar mogelijkheden had overschat en dat haar medische situatie, met rug-, nek- en schouderklachten, niet was verbeterd. Ze verzocht om een onafhankelijke deskundige en om schadevergoeding.
De Raad heeft het procesverloop besproken, waarbij appellante werd bijgestaan door haar advocaat en het Uwv vertegenwoordigd was door een gemachtigde. De Raad oordeelde dat de rapporten van de verzekeringsartsen zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat er geen reden was om te twijfelen aan de medische beoordeling. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad onderschreef dit oordeel. Er werd geen nieuwe medische informatie gepresenteerd die de standpunten van appellante kon onderbouwen.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellante geen doel trof en bevestigde de aangevallen uitspraak. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 28 februari 2018.