Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
Op 16 augustus 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Het college van burgemeester en wethouders van Nederweert had een verzoeker, die een verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblematiek heeft, een financiële maatwerkvoorziening verstrekt voor de aanschaf van een nieuwe auto en een vergoeding voor vervoerskosten. De rechtbank Limburg had eerder het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, wat leidde tot hoger beroep van beide partijen.
De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen sprake is van een spoedeisend belang dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het instellen van hoger beroep in deze zaak geen schorsende werking heeft en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van deze regel rechtvaardigen. De verzoeker heeft geen voldoende spoedeisend belang aangetoond, en de voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak benadrukt dat de wetgever bij het instellen van hoger beroep in zaken als deze uitdrukkelijk geen schorsende werking heeft willen verlenen, en dat de risico's van mogelijke problemen bij de naleving van een in hoger beroep aangevochten uitspraak bij het bestuursorgaan liggen. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld en de beslissing is openbaar uitgesproken.