In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Gelderland. Appellant, geboren in 1977, heeft beperkingen door diverse psychische en fysieke aandoeningen en heeft een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening beschermd wonen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb). Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft deze aanvraag afgewezen, met als onderbouwing een advies van de GGD dat stelde dat appellant geen 24-uursbegeleiding nodig had en dat de benodigde zorg planbaar was.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant betoogd dat het rapport van zijn psychiater, dr. N. Kaymaz, onvoldoende is meegewogen en dat hij wel degelijk recht heeft op de gevraagde maatwerkvoorziening. De Raad heeft vastgesteld dat het college niet deugdelijke motivering heeft gegeven voor de afwijzing van de aanvraag, en dat het besluit in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd, het beroep gegrond verklaard en het besluit van het college vernietigd. Tevens is het college opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij het college appellant moet voorlichten over de mogelijkheden die de Wmo 2015 biedt. De Raad heeft ook de proceskosten van appellant vergoed, die in totaal € 5.581,50 bedragen, en heeft bepaald dat het college het griffierecht van € 178,- aan appellant moet vergoeden.