ECLI:NL:CRVB:2023:1541
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- L.M. Tobé
- A.T. Marseille
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag voor een militair invaliditeitspensioen en de beoordeling van de causaliteit tussen psychische klachten en militaire dienst
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 9 augustus 2023 wordt de afwijzing van de aanvraag van appellant voor een militair invaliditeitspensioen behandeld. Appellant, die van 8 december 1997 tot 18 mei 1998 als beroepsmilitair in Bosnië heeft gediend, heeft in 2008 en opnieuw in 2018 een aanvraag ingediend voor een militair invaliditeitspensioen. Beide aanvragen zijn afgewezen, waarbij de staatssecretaris van Defensie heeft geoordeeld dat er geen sprake is van invaliditeit met dienstverband. De rechtbank Den Haag heeft in een eerdere uitspraak het beroep van appellant tegen de afwijzing gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten. Appellant heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij stelt dat zijn psychische klachten wel degelijk verband houden met zijn militaire dienst.
De Raad heeft de zaak op 20 juli 2023 behandeld en geconcludeerd dat er geen nieuwe medische inzichten zijn die de eerdere oordelen van de Raad in twijfel trekken. Het rapport van de arts J.F.G.M. Thissen, dat door appellant is ingediend, biedt geen nieuwe argumenten die de causaliteit tussen zijn psychische klachten en de militaire dienst kunnen onderbouwen. De Raad heeft vastgesteld dat de psychische klachten van appellant voornamelijk voortkomen uit erfelijke factoren en persoonlijke trauma's, en niet uit zijn dienstverband. Daarom heeft de Raad het hoger beroep van appellant afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag voor het militair invaliditeitspensioen in stand blijft.