ECLI:NL:CRVB:2019:1231
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- H. Benek
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de relatie tussen psychische klachten en militaire dienst in het kader van invaliditeitspensioen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, een voormalig militair, had verzocht om toekenning van een militair invaliditeitspensioen op basis van psychische klachten die hij aan zijn militaire dienst toeschreef. De staatssecretaris van Defensie had dit verzoek afgewezen, omdat de beschikbare medische informatie niet voldoende bewijs bood dat de psychische klachten in verband konden worden gebracht met de uitoefening van de militaire dienst. De Raad heeft de argumenten van de appellant en de staatssecretaris zorgvuldig gewogen. De Raad concludeert dat de psychische klachten van de appellant, waaronder een aanpassingsstoornis, niet in belangrijke mate zijn veroorzaakt door de militaire dienst. De Raad volgt de staatssecretaris in het standpunt dat er geen dienstverband kan worden aangenomen voor de psychische aandoening van de appellant, omdat de militaire dienst niet als een duidelijke factor kan worden aangemerkt die heeft bijgedragen aan het ontstaan of verergeren van de klachten. De uitspraak van de rechtbank, die het beroep van de appellant ongegrond had verklaard, werd bevestigd. De Raad oordeelde dat de appellant niet voldoende medische gegevens had overgelegd die de betrouwbaarheid van de eerdere medische rapportages in twijfel trokken. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de causaliteit tussen de psychische klachten en de militaire dienst, en dat de bewijslast voor het aannemen van een dienstverband bij psychische aandoeningen bij de appellant ligt.