ECLI:NL:CRVB:2023:1499
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.J.M. Weyers
- E.X.R. Yi
- Rechtspraak.nl
Beëindiging loongerelateerde WGA-uitkering en toekenning WGA-loonaanvullingsuitkering
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de loongerelateerde WGA-uitkering van appellant en de toekenning van een WGA-loonaanvullingsuitkering. Appellant, die voor het laatst werkte als tweedelijns medewerker technical support desk, meldde zich op 6 november 2014 ziek na een verkeersongeval. Het Uwv kende hem op 4 november 2016 een loongerelateerde WGA-uitkering toe, waarbij zijn arbeidsongeschiktheid op 100% werd vastgesteld. Op 30 juli 2018 besloot het Uwv dat de loongerelateerde WGA-uitkering per 4 september 2018 zou eindigen en dat appellant vanaf die datum recht had op een WGA-loonaanvullingsuitkering. Appellant en zijn ex-werkgever maakten bezwaar tegen dit besluit, wat leidde tot een procedure bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die het beroep ongegrond verklaarde.
In hoger beroep voerde appellant aan dat zijn beperkingen door het Uwv zijn onderschat. De Raad benoemde een onafhankelijke deskundige, die op basis van dossieronderzoek concludeerde dat appellant op 29 januari 2020 niet meer dan de door het Uwv aangenomen beperkingen had. De deskundige volgde de neuropsycholoog niet in haar conclusie dat appellant niet belastbaar was voor werk. De Raad oordeelde dat het deskundigenrapport overtuigend was en dat er geen reden was om af te wijken van de conclusies van de deskundige. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij het hoger beroep van appellant werd afgewezen.