ECLI:NL:CRVB:2023:1475
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de duurzaamheid van arbeidsvermogen bij jonggehandicapte appellant met autistische stoornis
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een jonggehandicapte appellant die een Wajong-uitkering aanvroeg. De Raad oordeelde dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) niet aannemelijk heeft gemaakt dat de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie van de appellant zich op een dusdanige wijze kunnen ontwikkelen dat niet uitgesloten is dat op termijn arbeidsvermogen zal ontstaan. De appellant, geboren in 2002, heeft een autistische stoornis en is op zijn achttiende jaar als jonggehandicapte aangemerkt. Het Uwv had eerder de aanvraag voor de Wajong-uitkering afgewezen, met de stelling dat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam was. De rechtbank Oost-Brabant had deze beslissing bevestigd, maar de Raad kwam tot een andere conclusie. De Raad stelde vast dat de appellant, ondanks intensieve begeleiding, niet in staat is om zelfstandig te functioneren in een arbeidsomgeving. De Raad oordeelde dat het Uwv onvoldoende bewijs had geleverd dat de appellant in de toekomst arbeidsvermogen zou kunnen ontwikkelen. Daarom werd de eerdere beslissing van het Uwv vernietigd en werd bepaald dat de appellant recht heeft op een Wajong-uitkering met terugwerkende kracht.