ECLI:NL:CRVB:2023:1268
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van Wajong-aanvraag na zorgvuldig medisch onderzoek zonder nieuwe feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellant, geboren in 1999, had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). De aanvraag werd in eerste instantie afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op basis van het ontbreken van arbeidsvermogen. Appellant heeft meerdere keren geprobeerd om de beslissing te herzien, maar het Uwv heeft telkens geoordeeld dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden.
De rechtbank heeft in haar eerdere uitspraak bevestigd dat het Uwv terecht had geoordeeld dat appellant op de relevante datum beschikte over arbeidsvermogen. De Centrale Raad van Beroep heeft deze conclusie onderschreven en vastgesteld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. Appellant voerde aan dat er nieuwe feiten waren, zoals diagnoses van ODD, slaapstoornis en mogelijke ADHD, maar de Raad oordeelde dat deze diagnoses al in eerdere beoordelingen waren meegenomen en geen nieuwe inzichten boden.
De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat appellant niet als jonggehandicapte kon worden aangemerkt en dat de afwijzing van de Wajong-aanvraag gerechtvaardigd was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.