Uitspraak
20 522 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
(1 punt voor het verzoekschrift met wegingsfactor van 0,5).
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 juni 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een proceskostenveroordeling en een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Appellant had eerder een beroep ingesteld tegen een beslissing van de rechtbank Den Haag, die op 14 januari 2020 was gedaan. Na een nieuwe beslissing op bezwaar van het Uwv op 29 december 2022, heeft appellant op 31 januari 2023 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van proceskosten en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv appellant in de nieuwe beslissing op bezwaar tegemoet is gekomen, waardoor het hoger beroep kon worden ingetrokken. De Raad heeft vervolgens de proceskosten van appellant in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep beoordeeld. De kosten zijn begroot op € 1.674,- voor het beroep en € 837,- voor het hoger beroep, naast vergoedingen voor deskundigenrapporten en andere kosten. De totale kostenveroordeling komt uit op € 8.556,46.
Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat de redelijke termijn voor de procedure is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 500,- voor appellant. De Raad heeft het Uwv veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding en de proceskosten aan appellant.