Uitspraak
Samenvatting
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding. Omdat de aangevallen uitspraak niet in stand blijft wordt op de voet van artikel 8:109, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht van het college geen griffierecht voor het hoger beroep geheven.
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 13 november 2020 ongegrond.
Bijlage: regelgeving
Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo 1)
(…)wet:Participatiewet;
zelfstandige:de rechthebbende, bedoeld in artikel 11, van de wet die achttien jaar of ouder is maar de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt en die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in eigen bedrijf of zelfstandig beroep hier te lande en die;
a. voldoet aan de wettelijke vereisten voor de uitoefening daarvan;
b. ten minste 1.225 uur per jaar besteedt aan werkzaamheden voor het bedrijf of zelfstandig beroep; en
c. alleen of samen met degene met wie hij het bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent de volledige zeggenschap in dat bedrijf of zelfstandig beroep heeft en de financiële risico’s daarvan draagt.
a. rechtmatig woonachtig is in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland, mits hij in Nederland premieplichtig is voor de volksverzekeringen op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen; of