Uitspraak
21 3572 WW
13 augustus 2021, 20/2164 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
WW-uitkering over de periode van 4 juli 2019 tot en met 31 januari 2020 tot een bedrag van
€ 9.104,15 bruto teruggevorderd.
WW-uitkering. Voorts heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard voor zover het beroep ziet op het dagloon en de beslissing op bezwaar van 9 januari 2020. Hiertoe heeft de rechtbank overwogen dat de hoogte van het WW-dagloon buiten de omvang van het geding valt omdat het bestreden besluit niet ziet op de vaststelling van het dagloon. Verder heeft de rechtbank overwogen dat de omvang van het geding geen betrekking heeft op de beslissing op bezwaar van 9 januari 2020. Appellant heeft geen beroep ingesteld tegen die beslissing en de werkgever heeft het beroep tegen dat besluit ingetrokken, waardoor deze procedure is beëindigd.
ZW-uitkering in de maand januari 2020 ook daadwerkelijk aan appellant is uitbetaald. Daarom heeft het Uwv terecht de WW-uitkering van appellant ingetrokken en de ten onrechte over de periode van 4 juli 2019 tot en met 31 januari 2020 betaalde WW-uitkering teruggevorderd.