ECLI:NL:CRVB:2022:886
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag Wajong-uitkering zonder nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, geboren in 1977, had in 2008 een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, die was afgewezen omdat hij niet arbeidsongeschikt was op zijn achttiende verjaardag. Na meerdere afwijzingen van herhaalde aanvragen, heeft de appellant in juli 2018 opnieuw een aanvraag ingediend, maar het Uwv heeft deze afgewezen op basis van het ontbreken van nieuwe feiten of omstandigheden. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat de appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die de eerdere besluiten konden ondermijnen. De Raad volgde de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat het Uwv de aanvraag terecht had afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van nieuwe feiten in het bestuursrecht en bevestigt dat eerdere besluiten in stand blijven als er geen relevante nieuwe informatie wordt gepresenteerd.