Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 maart 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een politieambtenaar, appellant, tegen de korpschef van politie. De appellant was sinds 1991 werkzaam bij de politie en had eerder al een voorwaardelijk disciplinair ontslag opgelegd gekregen. De aanleiding voor het huidige hoger beroep was een aangifte van aanranding door een vrouw, X, die stelde dat appellant zijn tong in haar oor had gestoken. De korpschef had appellant buiten functie gesteld en hem onvoorwaardelijk ontslag opgelegd wegens ernstig plichtsverzuim, wat appellant betwistte. De Raad oordeelde dat de korpschef voldoende bewijs had geleverd voor de verweten gedraging en dat deze gedraging een ernstige aantasting van de lichamelijke integriteit vormde. De Raad bevestigde dat de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig was aan het gepleegde plichtsverzuim. Appellant had geen afzonderlijke gronden aangevoerd tegen het schorsingsbesluit, waardoor dit ook niet verder werd besproken. Het verzoek van appellant om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam.