ECLI:NL:CRVB:2022:602
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens getroffen schikking tussen appellante en college
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellante had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor medische kosten en griffierecht, maar het college van burgemeester en wethouders van Wageningen had deze aanvragen buiten behandeling gesteld. Na een aantal juridische stappen en een beroep op de rechtbank, heeft het college op 21 december 2021 een schikking getroffen met appellante, waarbij bijzondere bijstand werd toegekend. De Raad heeft vastgesteld dat appellante en haar gemachtigde niet op de schikking hebben gereageerd en niet ter zitting zijn verschenen. Hierdoor concludeert de Raad dat het procesbelang van appellante bij het hoger beroep is komen te vervallen, en verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in hoger beroep en de gevolgen van het treffen van een schikking voor de voortgang van juridische procedures.