Uitspraak
20.503 PW
23 december 2019, 19/1053 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
19 april 2018 ingeschreven in de Basisregistratie personen (Brp) op het adres A (uitkeringsadres). Op 1 mei 2018 is appellante bevallen van een zoon, die eerder op 4 januari 2018 door X is erkend. X stond ten tijde hier van belang in de Brp ingeschreven op een briefadres van de gemeente Deventer, op welk adres bewoning niet mogelijk is.
16 november 2018 de bijstand van appellante met ingang van 19 april 2018 in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand over de periode van 19 april 2018 tot 1 november 2018 tot een bedrag van € 5.274,29 van appellante terug te vorderen. Bij besluit van 31 januari 2019 heeft het college, onder verwijzing naar het besluit van 16 november 2018, over de periode
1 november 2018 tot en met 31 december 2018 een bedrag van € 1.722,58 aan onverschuldigd betaalde bijstand van appellante teruggevorderd, omdat vanwege een administratieve fout per abuis de bijstand over die periode was doorbetaald.