ECLI:NL:CRVB:2022:494

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
3 maart 2022
Publicatiedatum
10 maart 2022
Zaaknummer
19/3866 AW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van eerdere uitspraak inzake griffierecht door de Centrale Raad van Beroep

Op 3 maart 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 19/3866 AW-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 4 november 2021. In de eerdere uitspraak was een kennelijke fout vastgesteld, namelijk het ontbreken van de bepaling dat van het college van burgemeester en wethouders van Landsmeer een griffierecht van € 519,- wordt geheven. De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen om de uitspraak te verbeteren, maar er is geen reactie ontvangen binnen de gestelde termijn van vier weken. Hierdoor ging de Raad ervan uit dat er geen bezwaar was tegen de voorgenomen verbetering.

In de overwegingen van de rectificatie is vastgesteld dat ten onrechte de bepaling over het griffierecht niet was opgenomen in de eerdere beslissing. De Raad heeft daarom besloten om deze bepaling toe te voegen aan de uitspraak van 4 november 2021. De rectificatie is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de voorzitter en de griffier. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Uitspraak

19/3866 AW-R, 19/3873 AW-R
Datum uitspraak: 3 maart 2022
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 4 november 2021, 19/3866 AW en 19/3873 AW
Partijen:
[naam] te [woonplaats]
het college van burgemeester en wethouders van Landsmeer (college)
PROCESVERLOOP
De Raad heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 4 november 2021 een kennelijke fout bevat. Het betreft het ontbreken van de bepaling in de beslissing dat van het college een griffierecht van € 519,- wordt geheven.
De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld te reageren op het voornemen van de Raad de uitspraak te verbeteren. Partijen hebben niet gereageerd binnen de daartoe in de brief van 22 december 2021 gestelde termijn van vier weken, in verband waarmee de Raad, naar in die brief is vermeld, ervan uitgaat dat er geen bezwaar bestaat tegen de voorgenomen verbetering.

OVERWEGINGEN

Ten onrechte is in de beslissing niet opgenomen dat van het college een griffierecht wordt geheven van € 519,-. Aan de beslissing van de uitspraak van 4 november 2021 dient daarom de volgende bepaling te worden toegevoegd:
- bepaalt dat van het college een griffierecht wordt geheven van € 519,-.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 4 november 2021, 19/3866 AW en 19/3873 AW, als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door J.J.T. van den Corput als voorzitter en H. Lagas en J.T.H. Zimmerman als leden, in tegenwoordigheid van P.W.J. Hospel als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 maart 2022.
(getekend) J.J.T. van den Corput
(getekend) P.W.J. Hospel