Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep van het college niet-ontvankelijk;
- bevestigt de aangevallen uitspraak.
Centrale Raad van Beroep
Op 4 november 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de hoger beroepen van een ambtenaar tegen het college van burgemeester en wethouders van Landsmeer. De zaak betreft het ontslag van de ambtenaar, die sinds 2008 werkzaam was bij de gemeente, en de toekenning van uitkeringen na ontslag. De rechtbank Noord-Holland had eerder het beroep van de ambtenaar tegen het ontslag ongegrond verklaard, maar het beroep tegen de weigering van een na-wettelijke uitkering gegrond verklaard. De ambtenaar had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college om haar geen na-wettelijke uitkering toe te kennen en om de hoogte van de aanvullende uitkering te betwisten.
Tijdens de zitting op 23 september 2021 is gebleken dat de ambtenaar inmiddels een nieuwe aanstelling had bij een andere gemeente, waardoor het procesbelang voor de na-wettelijke uitkering niet meer aanwezig was. De Raad oordeelde dat het hoger beroep van het college niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank met betrekking tot de aanvullende uitkering, waarbij de ambtenaar had aangevoerd dat het Individueel Keuze Budget ten onrechte niet was meegenomen in de berekening. De Raad oordeelde dat de wijziging van de regelgeving geen terugwerkende kracht had en dat de beroepsgrond van de ambtenaar niet slaagde.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de ambtenaar als het bestuursorgaan in het functioneren en de communicatie binnen de organisatie. De Raad concludeerde dat het college terecht geen plus heeft toegekend aan de ambtenaar, omdat het aandeel van het college in de ontstane situatie niet overwegend was. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J.J.T. van den Corput als voorzitter.