ECLI:NL:CRVB:2022:358
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking in hoger beroep tegen de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Verzoeker heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van zijn hoger beroep en uitstel van de zitting, wat niet is gehonoreerd. Vervolgens heeft verzoeker op 6 december 2021 een verzoek om wraking ingediend tegen de behandelend rechter, A.J. Schaap, omdat hij meende dat zijn verzoek om aanhouding ongemotiveerd was afgewezen, wat volgens hem zou leiden tot partijdigheid. De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 februari 2022 uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek. De Raad overweegt dat wraking alleen kan plaatsvinden op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. Procedurele beslissingen, zoals het afwijzen van een verzoek om aanhouding, kunnen geen grond voor wraking zijn. De Raad concludeert dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. Het verzoek om wraking wordt afgewezen, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken op 15 februari 2022.