Uitspraak
20 1032 WW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
27 maart 2019 concrete beroepsgronden. In dit beroepschrift staat onder meer: “
Ik heb inmiddels jaren een betalingsregeling van 100 euro per maand” en “
Nu heb ik het verzoek tot kwijtschelding ingediend en dat wordt afgewezen omdat ik meer zou kunnen afdragen dan die 100 euro per maand”. Gelet op het bestreden besluit, waarin de afwijzing van het verzoek om kwijtschelding, onder verwijzing naar het besluit van 24 juli 2018, is gehandhaafd, heeft appellant hiermee voldoende duidelijkheid verschaft over de punten waarmee hij het niet eens is, zodat voldaan is aan de eis van artikel 6:5, eerste lid, onder d van de Awb.
Kwijtschelding”, de mededeling “…
een openstaande vordering wordt door mij maandelijks trouw voldaan” en het verzoek “…
wil ik nu graag een verzoek indienen voor kwijtschelding van het nog te vorderen bedrag” kan dit verzoek niet anders opgevat worden dan als een verzoek om kwijtschelding van het nog resterende terugvorderingsbedrag.