Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een woningaanpassing door het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. De aanvraag werd afgewezen omdat appellante was verhuisd naar een woning die niet geschikt was voor haar, gezien haar rolstoelgebondenheid en de noodzakelijke aanpassingen. De rechtbank Limburg had eerder de afwijzing van het college bevestigd, en appellante stelde dat zij geen andere geschikte woning kon vinden en dat er toezeggingen waren gedaan door het college over woningaanpassingen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het college terecht de aanvraag had afgewezen. De Raad oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat er geen andere geschikte woningen beschikbaar waren ten tijde van haar verhuizing. De Raad benadrukte dat voorafgaande schriftelijke toestemming van het college vereist was voor de verhuizing naar een woning die niet geschikt was voor haar beperkingen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen grond was voor een veroordeling tot schadevergoeding.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met B.J. van de Griend als voorzitter en D. Hardonk-Prins en A.E. Dutrieux als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 21 december 2022.