ECLI:NL:CRVB:2022:2732
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening ambulante begeleiding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een afwijzing van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening in de vorm van ambulante begeleiding voor appellante, die lijdt aan ME/CVS. Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht had de aanvraag afgewezen, omdat volgens een advies van Treve Advies geen noodzaak bestond voor de gevraagde maatwerkvoorziening. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij ondersteuning nodig heeft van iemand die goed met haar kan communiceren, maar de Raad oordeelt dat het college op basis van het advies van Treve Advies tot de conclusie heeft mogen komen dat appellante haar beperkingen kan verminderen met hulp uit haar sociaal netwerk en algemene voorzieningen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en voegt daaraan toe dat de informatie van de cardiologen die appellante in hoger beroep heeft ingediend, niet leidt tot twijfel aan de bevindingen van Treve Advies. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit J. Brand als voorzitter en B.J. van de Griend en K.H. Sanders als leden, in aanwezigheid van griffier R. van Doorn. De beslissing is openbaar uitgesproken op 15 december 2022.