Uitspraak
21 798 WMO15
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 21 januari 2021. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag door appellante voor een maatwerkvoorziening voor vervoer in de vorm van een gesloten buitenwagen, op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. De Raad heeft het oordeel van de rechtbank onderschreven dat het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het bestreden besluit mocht baseren op het medisch advies van het Indicatieadviesbureau Amsterdam (IAB) van 18 april 2019. Dit advies concludeerde dat appellante in staat is om lopend langere afstanden te overbruggen en gebruik te maken van het openbaar vervoer, en dat er geen medische noodzaak is voor de gevraagde voorziening.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de adviezen van het IAB niet zorgvuldig zijn en dat zij, gezien haar medische en functionele beperkingen, wel degelijk afhankelijk is van een gesloten buitenwagen. De Raad heeft echter vastgesteld dat het IAB-advies zorgvuldig tot stand is gekomen en dat appellante niet in een slechtere positie is geraakt door het indienen van haar bezwaarschrift. De Raad heeft ook het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen, omdat de totale procedure niet langer dan vier jaar heeft geduurd, wat binnen de redelijke termijn valt.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af, waarbij de Raad geen aanleiding ziet voor een proceskostenvergoeding.