Uitspraak
21.1663 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Appellanten ontvingen sinds 25 januari 2006 bijstand op grond van de Participatiewet (PW). In de laatste drie maanden van 2018 ontvingen zij geen bijstand vanwege een opgelegde verlaging van 100%. Het college heeft vastgesteld dat appellanten diverse stortingen en bijschrijvingen op hun bankrekeningen hebben ontvangen, die zij niet hebben gemeld. Dit leidde tot de conclusie dat appellanten de inlichtingenverplichting hebben geschonden. Het college heeft daarom de bijstand herzien en de kosten van bijstand teruggevorderd. Appellanten hebben in hoger beroep aangevoerd dat de stortingen geleend geld waren en dat zij niet wisten dat het niet melden hiervan een schending van de inlichtingenverplichting zou opleveren. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de stortingen en bijschrijvingen als inkomen moeten worden aangemerkt en dat appellanten de op hen rustende verplichtingen niet zijn nagekomen. Het beroep op het evenredigheidsbeginsel en dringende redenen wordt afgewezen, evenals het beroep op schending van het eigendomsrecht en de disproportionaliteit van de opgelegde boete. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.