Uitspraak
21 1237 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft met haar rapporten voldoende inzichtelijk en deugdelijk gemotiveerd dat op de datum in geding, 24 juli 2019, de volledige arbeidsongeschiktheid van appellant niet duurzaam is, omdat er nog behandelmogelijkheden waren. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft daartoe verwezen naar de brief van 20 september 2019 van psychiater Balraadjsing, waaruit volgt dat de psychiater appellant EMDR-therapie en cognitieve gedragstherapie heeft geadviseerd. Op basis van deze medische informatie heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep geconcludeerd dat er nog verschillende behandelopties zijn specifiek gericht op de behandeling van de klachten van appellant. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep kunnen deze behandelingen leiden tot verbetering van de pijnklachten en tot acceptatie en coping en daarmee ook tot verbetering van de beperkingen in het persoonlijk en sociaal functioneren en zal daardoor de urenbeperking niet meer aangewezen zijn. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn er geen medische aandoeningen op grond waarvan aannemelijk is dat appellant de voorgestelde behandeling niet zou kunnen volgen. Ook zijn er volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen medische aandoeningen aanwezig waardoor deze behandelingen voortijdig worden of werden beëindigd.