ECLI:NL:CRVB:2022:2517
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake ambtenarenrecht
Op 23 november 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 19 november 2021. Verzoeker, werkzaam bij het Detentiecentrum Rotterdam, had verzocht om herziening van de uitspraak waarin zijn bezwaar tegen een besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid ongegrond was verklaard. De Raad oordeelde dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die een herziening rechtvaardigden. Het verzoek om herziening werd afgewezen omdat verzoeker niet kon aantonen dat hij niet op de hoogte was van de feiten vóór de eerdere uitspraak. De Raad benadrukte dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor het opnieuw voeren van de discussie over een onherroepelijke uitspraak. De uitspraak van de rechtbank Den Haag van 24 december 2020, die het beroep tegen de beslissing op bezwaar ongegrond verklaarde, werd bevestigd. De Raad concludeerde dat er geen grond was om te oordelen dat de vrijstelling van werkzaamheden onrechtmatig was en dat verzoeker zelf ook bijdroeg aan de vertraging van het gesprek over zijn terugkeer naar het werk. De proceskosten werden niet toegewezen.