In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante, die bijstand ontving op basis van de Participatiewet, heeft haar inlichtingenverplichting geschonden door geen melding te maken van haar werkzaamheden in een pizzeria. De Raad heeft vastgesteld dat het recht op bijstand in de te beoordelen periode niet kan worden vastgesteld, omdat appellante geen objectieve en verifieerbare gegevens heeft verstrekt over haar inkomsten en werkzaamheden. De Raad heeft het verzoek om een nadere zitting afgewezen, omdat appellante niet aanwezig was en niet duidelijk was gemaakt wat zij nog wilde toevoegen aan de zaak. De Raad heeft de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de ontvangen bijstand bevestigd, evenals de opgelegde boete, die in hoger beroep is verlaagd. De Raad heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede veroordeeld in de proceskosten van appellante.