Uitspraak
21.261 NIOAZ
OVERWEGINGEN
Komt u in aanmerking voor zelfstandigenaftrek inkomstenbelasting’ en ‘
Werkt u minstens 1.225 uur per boekjaar in eigen bedrijf of beroep’ met ‘
nee’ beantwoord. Appellant heeft op het aanvraagformulier daarnaast vermeld dat het door ziekte niet mogelijk was vanaf 2016 in een minimaal loon te voorzien. Appellant heeft in de aangifte voor de Inkomstenbelasting bij de Belastingdienst over het jaar 2017 vermeld dat het urencriterium niet van toepassing is en daarin geen aanspraak op de zelfstandigenaftrek gemaakt. Op 13 maart 2019 heeft appellant een overzicht van werkzaamheden overgelegd, waarin hij de uitgevoerde werkzaamheden heeft uitgeschreven. Hierin staat dat hij in totaal 874 uren werkte in zijn eigen bedrijf, waarvan 360 uren interne kantoorwerkzaamheden.
90 uur aan [naam organisatie 1] , 76 uur aan [naam organisatie 2] , 24 uur aan [naam organisatie 3] , 270 uur aan [naam organisatie 4] , 45 uur aan [naam organisatie 5] ( [naam organisatie 5] ) en 80 uur aan [naam organisatie 6] . Daarnaast heeft appellant volgens dit overzicht 720 uur interne kantoorwerkzaamheden voor het bedrijf verricht. Volgens appellant heeft hij ongeveer het dubbele aantal van de in de aanvraag opgegeven uren gewerkt in zijn bedrijf. De reden voor dit grote verschil is volgens hem dat hij met zijn zoon nog eens zijn agenda is nagelopen en nauwgezet een nieuw overzicht heeft samengesteld.
31 oktober 2017 volgt dat hij in totaal 23,5 uur aan werkzaamheden voor het bedrijf heeft verricht. Andere facturen, waaruit blijkt dat appellant in 2017 meer uren voor het bedrijf heeft gewerkt, heeft hij niet overgelegd.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.