Uitspraak
22.371 ZW
OVERWEGINGEN
2 weken na inname niet tot verminderde alertheid. Bij appellant is op het spreekuur geen verminderde alertheid vastgesteld zodat er geen medische redenen waren appellant beperkt te achten voor een verhoogd persoonlijk risico. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft verder geconcludeerd dat informatie van de psycholoog van 9 september 2019 over de depressie waarvoor appellant tot september 2019 behandeld was, dateert van voor de datum in geding en dat de depressie die in de brief van de psycholoog van 25 augustus 2020 is vermeld, pas is vastgesteld bij een intake op 26 mei 2020 (drie maanden na de datum in geding). Bovendien is de psychologische behandeling geïntensiveerd per 16 juni 2020 in verband met coping en niet wegens ziekte/gebrek. Ook de medicatie is pas per 17 augustus 2020 uitgebreid. Appellant heeft naar het oordeel van de rechtbank niet met medische informatie aannemelijk maakt dat er op de datum in geding een ernstige stemmingsstoornis speelde. De aangevoerde medische gronden zijn voortkomend uit inzichten ruim na de datum in geding en deze feiten zien niet aantoonbaar terug op de datum in geding. De rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gevolgd in dit standpunt. De rechtbank was verder van oordeel dat appellant in staat moet worden geacht om de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies te verrichten.