ECLI:NL:CRVB:2022:2128
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over WIA-beoordeling en toegenomen beperkingen
Op 5 oktober 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep een tussenuitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de WIA-beoordeling van appellante, die zich ziek had gemeld met klachten aan haar rechterarm en andere gerelateerde aandoeningen. De Raad beoordeelde of het Uwv terecht had vastgesteld dat er geen sprake was van toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak binnen vijf jaar na de eerdere beoordeling. De Raad concludeerde dat het medisch onderzoek door het Uwv niet volledig en onvoldoende zorgvuldig was uitgevoerd. De Raad droeg het Uwv op om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen binnen twaalf weken na de uitspraak. De uitspraak volgde op een eerdere beslissing van de rechtbank Overijssel, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard. De Raad oordeelde dat het Uwv niet had aangetoond dat de toegenomen klachten van appellante niet voortkwamen uit dezelfde ziekteoorzaak, en dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar de toegenomen beperkingen door de baarmoederverzakking. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling in het kader van WIA-uitkeringen.