ECLI:NL:CRVB:2021:858
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van een WIA-uitkering na medisch onderzoek en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Overijssel. De appellante, die werkzaam was als Plusleidster peuterspeelzaal, had zich ziekgemeld met klachten aan haar rechterarm en mentale beperkingen. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had haar een WIA-uitkering geweigerd, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard, en appellante ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere oordelen van de rechtbank onderschreven. De Raad oordeelde dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek had verricht en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling. Appellante had in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens overgelegd die haar standpunt onderbouwden dat haar beperkingen waren onderschat. De Raad bevestigde dat de functies die aan de beoordeling ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellante. Het verzoek van appellante voor nader onderzoek door een deskundige werd afgewezen, omdat er geen twijfel bestond aan het medisch oordeel van de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de rechtbank en onderstreept het belang van zorgvuldig medisch onderzoek in het kader van de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en het toekennen van uitkeringen.