ECLI:NL:CRVB:2022:1735

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 juli 2022
Publicatiedatum
10 augustus 2022
Zaaknummer
20/3039 PW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van proceskosten in bestuursrechtelijke uitspraak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 20/3039 PW-R. De uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 24 mei 2022, waarin een kennelijke fout in de berekening van de proceskosten werd vastgesteld. Appellant, vertegenwoordigd door mr. M.J.G. Schroeder, heeft de Raad schriftelijk gewezen op deze fout. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft de gelegenheid gekregen om zich over de rectificatie uit te laten en heeft geen bezwaar gemaakt tegen de voorgestelde wijziging.

De Raad heeft de uitspraak van 24 mei 2022 aangepast door het college te veroordelen in de proceskosten van appellant. De totale kosten zijn begroot op € 3.059,90, bestaande uit € 1.518,- voor de proceskosten in beroep en € 1.518,- in hoger beroep, plus € 23,90 voor reiskosten in hoger beroep. De rectificatie is gepubliceerd op rechtspraak.nl, en er is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak aan de uitspraak gehecht.

De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met G.M.G. Hink als voorzitter en E.C.G. Okhuizen en W.R. van der Velde als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 19 juli 2022, met M. Zwart als griffier.

Uitspraak

20/3039 PW-R
Datum uitspraak: 19 juli 2022
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 19 juli 2022, 20/3039 PW
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (college)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. M.J.G. Schroeder er schriftelijk op gewezen dat de uitspraak van de Raad van 24 mei 2022 een kennelijke fout bevat. Het betreft een fout in de berekening van de proceskosten.
De Raad heeft het college in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk uit te laten over rectificatie van de uitspraak.
Het college heeft hiervan bij brief van 5 juli 2022 gebruik gemaakt en heeft geen bezwaar tegen de rectificatie.

OVERWEGINGEN

De Raad wijzigt de uitspraak van 24 mei 2022, 20/3039 PW, als volgt:
Pagina 7, onder OVERWEGINGEN, onderdeel 5 wordt:
5. Aanleiding bestaat het college te veroordelen in de proceskosten van appellant. Deze worden begroot op € 1.518,- in beroep (2 punten) en
€ 1.518,- in hoger beroep (2 punten) voor verleende rechtsbijstand en op € 23,90 voor gemaakte reiskosten in hoger beroep, in totaal € 3.059,90.
Pagina 7, onder BESLISSING, 5e gedachtestreepje wordt:
- veroordeelt het college in de proceskosten tot een bedrag van
€ 3.059,90;
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 24 mei 2022, 20/3039 PW, als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door G.M.G. Hink als voorzitter en
E.C.G. Okhuizen en W.R. van der Velde als leden, in tegenwoordigheid van M. Zwart als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
19 juli 2022.
(getekend) G.M.G. Hink
(getekend) M. Zwart