Uitspraak
20.908 PW
OVERWEGINGEN
15 uur per week als chauffeur. Appellant heeft niet met enig concreet gegeven aannemelijk gemaakt dat het totale tijdsbeslag van het werk, inclusief woon-werkverkeer, wel te zwaar voor hem was. Daar komt nog bij dat appellant voordat hij zijn werk opzei niet bij het college of bij zijn consulent heeft gemeld dat hij het werk als chauffeur ongeschikt of te zwaar vond.
30 januari 2019 staat dat het werk van appellant als chauffeur het resultaat was van een begeleidingstraject dat onverwacht succesvol was afgesloten. Het was de eerste keer dat appellant een re-integratie- of arbeidsverplichting niet nakwam. En toen appellant het bericht kreeg dat het college niet akkoord ging met de opzegging heeft hij, nog voordat het besluit tot het opleggen van een maatregel was genomen, geprobeerd om zijn opzegging ongedaan te maken.
8 oktober 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:3266. Het college heeft ten onrechte de inkeer van appellant niet meegewogen bij de beslissing om een maatregel op te leggen.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 21 mei 2019;
- draagt het college op een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak en bepaalt dat beroep tegen dit besluit slechts bij de Raad kan worden ingesteld;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af;
- draagt het college op om een besluit te nemen op het verzoek om schadevergoeding;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 3.036,-;
- bepaalt dat het college aan appellant het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 178,- vergoedt.