ECLI:NL:CRVB:2022:1073
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens onredelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 april 2022 uitspraak gedaan over een herzieningsverzoek van verzoeker, die eerder in een uitspraak van 2 april 2020 door de Raad was afgewezen. Verzoeker had op 29 augustus 2021 opnieuw verzocht om herziening van deze eerdere uitspraak, maar de Raad oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was. De Raad stelde vast dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die minder dan een jaar voor de indiening van het herzieningsverzoek bekend waren geworden. De oorspronkelijke uitspraak dateerde van meer dan een jaar voor het herzieningsverzoek, waardoor het verzoek als onredelijk laat werd beschouwd. De Raad benadrukte dat volgens artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht een herzieningsverzoek tijdig moet worden ingediend en dat een onredelijk laat ingediend verzoek niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het herzieningsverzoek niet-ontvankelijk.