ECLI:NL:CRVB:2021:991
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ambtenaar wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid en de rol van medische oorzaken
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar tegen zijn ontslag op grond van onbekwaamheid of ongeschiktheid. De Centrale Raad van Beroep heeft op 29 april 2021 uitspraak gedaan. De appellant, werkzaam bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, was eerder onderworpen aan een verbetertraject vanwege problemen in de werkrelatie en zijn functioneren. De minister had het ontslag gebaseerd op artikel 98, eerste lid, aanhef en onder g, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR). De Raad oordeelt dat de minister het ontslag niet mocht baseren op dit artikel, omdat er aanwijzingen waren voor een mogelijke medische oorzaak van de ongeschiktheid, namelijk een autismespectrumstoornis. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en draagt de minister op om een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van de appellant tegen het ontslagbesluit. De Raad oordeelt dat de minister in de proceskosten van de appellant moet worden veroordeeld.