Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- neemt het verzoek om wraking niet in behandeling;
- bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster om wraking in deze zaak niet in behandeling wordt genomen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door M.H. Haddad, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Voor de zitting op 16 april 2021 heeft verzoekster meerdere keren om uitstel gevraagd, wat door de behandelend rechter, mr. T.L. de Vries, is afgewezen. Op 15 april 2021 heeft verzoekster aangegeven dat, indien geen uitstel zou worden verleend, zij genoodzaakt zou zijn om de behandelend rechter te wraken. Het verzoek om wraking is vervolgens ingediend zonder enige onderbouwing van de gestelde verhindering van de gemachtigde van verzoekster en de vermeende vooringenomenheid van de rechter. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het wrakingsverzoek evident blijk geeft van misbruik van het recht en heeft besloten het verzoek niet in behandeling te nemen. Tevens is besloten dat een volgend verzoek om wraking in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen, op basis van artikel 8:18, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De beslissing is openbaar uitgesproken op 16 april 2021.