ECLI:NL:CRVB:2021:808
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding en contra-indicatie van ontvangst
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, dat zijn bijstand met terugwerkende kracht had ingetrokken en een bedrag van € 94.155,23 had teruggevorderd. Het college verklaarde het bezwaar van de appellant niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. De appellant stelde dat hij het terugvorderingsbesluit nooit had ontvangen, wat volgens hem de reden was voor de termijnoverschrijding.
De Raad overwoog dat het in beginsel aan het bestuursorgaan is om aan te tonen dat het besluit op de juiste wijze is ontvangen. Echter, er waren contra-indicaties die erop wezen dat de appellant wel degelijk op de hoogte was van het terugvorderingsbesluit. Uit het klantcontactsysteem van het college bleek dat er contact was opgenomen over de terugvordering, wat erop wijst dat de appellant het besluit had ontvangen. De Raad concludeerde dat het besluit op de juiste wijze bekend was gemaakt en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was.
Daarom werd het hoger beroep van de appellant afgewezen en werd de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.