ECLI:NL:CRVB:2021:806
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om terug te komen van het besluit inzake WAO-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die in Marokko woont, had een aanvraag ingediend om terug te komen van een eerder besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat zijn WAO-uitkering per 6 december 1999 had ingetrokken. De Raad oordeelde dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die aanleiding gaven om het eerdere besluit te herzien. De appellant had eerder al meerdere keren geprobeerd om een WAO-uitkering te verkrijgen, maar telkens was zijn aanvraag afgewezen omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor arbeidsongeschiktheid. De rechtbank had in haar eerdere uitspraak geoordeeld dat het Uwv terecht de aanvraag van de appellant had afgewezen, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat de appellant niet voldoende had onderbouwd dat er nieuwe medische gegevens waren die een andere beslissing rechtvaardigden. De uitspraak van de Raad is openbaar gemaakt en bevestigd de eerdere beslissing van de rechtbank.