Uitspraak
19.3875 PW
OVERWEGINGEN
1 september 2017 tot en met 23 oktober 2017 een te hoog bedrag aan bijstand heeft ontvangen doordat hij het staken van de studie door zijn broer niet aan het college heeft gemeld. Dit betekent niet dat bij de beoordeling van een opgelegde boete de schending van de inlichtingenverplichting een vaststaand gegeven is. Daarover moet, evenals over de feiten, bij betwisting, zoals in dit geval, een zelfstandig oordeel worden gegeven. Vergelijk de uitspraak van 21 juli 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:2451. De bewijslast bij een bestraffende sanctie als hier aan de orde is zwaarder dan bij de herziening of intrekking. Bij een boeteoplegging moet de bijstandverlenende instantie aantonen dat voldaan is aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 18a van de PW, waaronder de schending van de inlichtingenverplichting.
artikel 17, eerste lid, van de PW niet de verplichting voor een bijstandsgerechtigde mee om afspraken met een medebewoner te maken over het melden van (veranderde) feiten en omstandigheden van deze medebewoner. Ook gaat de inlichtingenverplichting – anders dan mogelijk uit de uitspraak van 9 juli 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2232 kan worden afgeleid – niet zover dat de bijstandsgerechtigde steeds en zonder concrete aanleiding de feiten en omstandigheden van derden, in dit geval de medebewoner, moet onderzoeken. In dit verband is van betekenis dat het college voor verstrekking van de benodigde gegevens niet uitsluitend is aangewezen op de bijstandsgerechtigde. Het college kan opgaven en inlichtingen van een medebewoner van de bijstandsgerechtigde verlangen, of bijvoorbeeld Suwinet raadplegen. De bijstandsgerechtigde heeft die mogelijkheid juist niet. Vergelijk de uitspraak van 4 december 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:4201. Wel is een bijstandsgerechtigde verplicht desgevraagd de gegevens en documenten over de (gewijzigde) situatie van een medebewoner te verstrekken, voor zover hij daarover redelijkerwijs kan beschikken. In de dossierstukken zijn geen aanknopingspunten voorhanden waaruit blijkt dat het college appellant heeft gevraagd naar gegevens van de medebewoners. De mededeling in het in 1.1 genoemde besluit is niet een zodanige vraag. Dit betreft niet meer dan een herhaling van de inlichtingenverplichting.