Uitspraak
20.474 AW, 20/475 AW
9 december 2019, 19/1168 en 19/1240 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
13 oktober 2014 tot 30 juni 2016 tussen appellant en zijn functionele chef M, commandant patrouillegebied. In het daarvan opgemaakte verslag is vermeld dat appellant zich wat betreft het aspect houding en gedrag in de afgelopen periode niet van zijn juiste kant heeft laten zien en dat hij vooral de laatste maanden erg opvalt in negatieve zin. In dit verband zijn diverse afspraken gemaakt om een nieuwe start te kunnen realiseren. Het volgende functioneringsgesprek heeft plaatsgevonden op 11 september 2017 en betrof de periode 1 juli 2016 tot 10 september 2017. In het verslag daarvan heeft M vermeld dat na het vorige functioneringsgesprek gedurende ongeveer drie maanden sprake was van een licht stijgende lijn, maar dat appellant vervolgens al snel verviel in zijn oude patroon. Verder is vermeld dat de op 30 juni 2016 gemaakte afspraken van kracht blijven en met enkele nieuwe afspraken worden aangevuld. Als na drie maanden blijkt dat onvoldoende verbetering is opgetreden, zal een beoordelingstraject worden opgestart.