Uitspraak
18.1638 ZW
OVERWEGINGEN
3 oktober 2016 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 25 september 2016 ten grondslag.
28 september 2017 gerapporteerd. Op basis van een medisch onderzoek en dossierstudie heeft Van Roermund geconcludeerd dat bij appellante rond de datum in geding sprake was van een beeld met aspecifieke lage rugklachten met periodes van uitstraling naar afwisselend het linker- en/of het rechterbeen zonder klinische tekenen van een HNP of recidief HNP. Appellante is vanuit orthopedisch oogpunt, rekening houdend met de verminderde belastbaarheid van de rug, in staat te achten op de datum in geding fulltime agrarisch werk te verrichten. Van Roermund heeft verder uiteengezet dat het buiten zijn expertise valt om zich uit te laten over hoe het werk van appellante moet worden georganiseerd en aangepast. De rechtbank heeft Van Roermund gevolgd in zijn conclusies. De rechtbank heeft overwogen dat uit het rapport van Van Roermund volgt dat bij appellante op de datum in geding sprake is van een iets verminderde belastbaarheid van de rug maar dat zij desondanks haar eigen werk moet kunnen verrichten, wat ook bevestigd is door de verzekeringsarts bezwaar en beroep in reactie op het deskundigenrapport. Het Uwv heeft het ziekengeld van appellante met ingang van 19 april 2016 op goede gronden beëindigd.